De bodem van het bekken wordt gevormd door een grote spier. Deze loopt als een brede band van voor naar achter. Zo geeft hij aan de onderkant stevige steun aan de blaas, vagina, baarmoeder en endeldarm die verder door elastische banden en steunweefsels op hun plaats worden gehouden. Soms verzakt één orgaan, soms meerdere tegelijk. Dit kan komen door zwakke spieren, zware bevalling, veroudering/overgang, te hoog lichaamsgewicht, hevig persen bij stoelgang of chronische hoest. Als de endeldarm naar buiten puilt is sprake van een uitwendige verzakking (prolaps). Als ook de baarmoeder of vagina verzakt zijn, is er altijd overleg met een gynaecoloog.