Normaal ontwikkelen zich in de eerste helft van de menstruatiecyclus enkele follikels (vochtblaasjes) in de eierstokken. Daarvan groeit er meestal maar één zover door totdat deze knapt. Het knappen van het blaasje noemen we ovulatie (eisprong). Dat wil zeggen dat het eitje uit de follikel komt en door de eileider wordt opgevangen. Daarna gaat het naar de baarmoeder.
Bij vrouwen die PCOS hebben, worden in de eierstok meerdere kleine follikels gevormd, die moeilijk tot groei en ovulatie komen. Doordat de eisprong uitblijft, krijgen ze ook minder vaak of geen menstruatie. De vruchtbaarheid wordt sterk verminderd door het ontbreken van een eisprong.
De onderontwikkelde follikels die bij PCOS ontstaan, worden cysten genoemd.
Naar schatting heeft 5 tot 10% van de vrouwen een meer of minder ernstige vorm van PCOS. Daarmee is dit de meest voorkomende hormonale afwijking bij vrouwen.