Patiënt over 3 goede vragen
‘Als patiënt hoor je vaak wat je wílt horen’
Nol van Rossum had non-hodgkin kanker. Hij kwam in CWZ voor onderzoek en behandeling. Bij elk gesprek in het ziekenhuis nam hij zijn vrouw mee, want ‘als patiënt hoor je vaak wat je wílt horen.’ Sinds maart 2018 voert CWZ campagne zodat patiënten meer vragen stellen: ‘3 goede vragen’. Nol van Rossum vertelt.
Goed behandelbaar
‘In november kreeg ik de uitslag dat ik kanker heb: non-hodgkin. Dokter De Jonge zei: ‘Het is agressief, maar goed behandelbaar. Ik kreeg precies uitgelegd wat er mogelijk was en wat er ging gebeuren. Inmiddels heb ik vijf chemokuren gehad. Ik ben wat moe, maar verder gaat het goed met me. Ik heb altijd gezegd: ik herstel 100 procent!’
Samen
‘In het begin heb ik gegoogeld over mijn ziekte, maar je kunt niet al die informatie bevatten. Daar moet je mee oppassen: je kunt ook teveel lezen en vooral: wat is waar? Ik hoor het liever van de arts. Dokter De Jonge geeft mij altijd helderheid en vragen stellen helpt daarbij. Als patiënt hoor je vaak wat je wílt horen. Soms denk ik ook teveel door. Mijn vrouw José - ik noem haar ‘mijn secretariaat’- hoort altijd meer dan ik. Daarom gaan we altijd met zijn tweeën naar gesprekken met de arts. Dan kunnen we het er ’s avonds samen over te hebben.’
Dingen opschrijven
‘Voordat we naar het ziekenhuis gaan, pakt mijn vrouw altijd het boekje van de patiëntenvereniging erbij. Daarin staan handige tips en we schrijven er dingen in. Bij een kopje koffie bespreken we dan wat we willen vragen aan de arts. Zo bedachten we vanmorgen thuis: is er geen overleg nodig met de cardioloog voor aanvang van de chemo? Want de chemo bevat een stofje dat inwerkt op de knijpkracht van het hart. De dokter vond dat een verstandige vraag. Dus is mijn bloed geprikt en wachten we op de uitslag. Dadelijk weten we of de laatste kuur kan doorgaan.’
Tijd krijgen
‘Soms loopt het spreekuur uit en moeten we wachten. Dat geeft niet, zolang ik maar mijn tijd krijg en dat is altijd zo. Tijdens het gesprek komt het soms voor dat dokter De Jonge gestoord wordt door telefoontjes. Ze vraagt dan of het dringend is en dat is het meestal. Ik begrijp dat anderen haar advies nodig hebben, maar ik vind het niet fijn. Ik hoor dan het verhaal van een andere patiënt en het is altijd een rotverhaal. Als je daar met je eigen bonje zit, wil je dat liever niet. Dat is eigenlijk de enige tip. Verder ben ik heel tevreden.’