Hoe verloopt een borstreconstructie met eigen weefsel?
DIEAP
DIEAP-lap (Deep Inferior Epigastric Artery Perforator Flap) is de buikvetmethode. Hierbij gebruikt de plastisch chirurg vooral vetweefsel uit de buik. De ‘flap’ die wordt gebruikt voor de nieuwe borst bestaat uit huid en vet. De chirurg haalt deze uit de buikwand samen met een aantal bloedvaten. Deze bloedvaten worden met microchirurgie gekoppeld aan de bloedvaatjes in de borstkast of de oksel. Op de borst worden de huid en het vet gemodelleerd tot een borst.
Het grote voordeel van deze techniek is dat er geen spierweefsel uit de buik gehaald wordt. Deze techniek is geschikt voor patiënten die een borstreconstructie willen met eigen weefsel, zonder toevoeging van een prothese. Borstreconstructie met de DIEAP-flap kan worden uitgevoerd bij één of bij twee borsten.
TRAM
TRAM-lap (Transverse Rectus Abdominal Musculocutaneous-Flap) is de buikspiermethode. Bij deze methode wordt een deel van de buikhuid met onderhuids vet en de spier gebruikt om een borst te maken. Er zijn twee varianten. De bloedtoevoer en de verbinding met de buikspier blijven intact. (“gesteelde TRAM-lap”). In de tweede variant wordt de lap helemaal los gesneden (los van uw lichaam) en later via mircochirurgie weer in de borststreek vastgezet (vrije TRAM-lap).
LD
LD-Lap (Latissimus Dorsi-flap) is de rugspiermethode. Met de rugspiermethode verplaatst de plastisch chirurg huid en spier van de rug (die latissimus dorsi wordt genoemd) onder de arm door naar de borststreek om de borst te reconstrueren. De rugspier wordt met bloedvaten verplaatst. Omdat deze huidlap meestal dunner is dan die van de buik wordt deze methode van reconstructie vaak uitgevoerd in combinatie met een borstimplantaat. Zo ontstaat meer volume en een natuurlijkere vorm van de nieuwe borst.
Waar vindt een borstreconstructie met eigen weefsel plaats?
Een borstreconstructie met eigen weefsel gebeurt op de afdeling plastische chirurgie.