Hoe verloopt een plexus anesthesie?
De anesthesioloog maakt bij de plexusverdoving gebruik van een echoapparaat. Met behulp van dit apparaat kan hij de zenuwen van de plexus in beeld brengen. En de naald vervolgens precies op de juiste plek brengen. Vaak maakt de anesthesioloog hierbij ook gebruik van een zenuwprikkelaar. Met een klein stroompje wordt de zenuw dan geprikkeld. U kunt dit merken doordat de arm of het been onwillekeurig beweegt. Hierdoor weet de anesthesioloog zeker dat hij de juiste positie gevonden heeft. Het is belangrijk dat u tijdens het prikken stil blijft liggen. Zit de naald op de goede plaats, dan spuit de anesthesioloog het verdovende middel in. Kort daarna merkt u dat uw arm of been gaat tintelen of warm wordt. Een tijdje later verdwijnt het gevoel en kunt u uw arm of been niet meer bewegen. De verdoving moet een kwartier tot een half uur inwerken.
Tijdens de operatie blijft u wakker. Vindt u het prettiger om te slapen? Vraag dan gerust om een slaapmiddel. U ziet trouwens niets van de operatie: alles wordt met doeken afgedekt.
Als de verdoving is uitgewerkt (na 12 tot 24 uur) kunt u uw arm weer bewegen en komt het gevoel terug.
Waar vindt plexus anesthesie plaats?
De plexus anesthesie wordt toegediend op de holding. Dit is de voorbereidingsruimte van het operatiecomplex.
Tijdens de operatie is de anesthesioloog of haar assistent (de anesthesiemedewerker) voortdurend bij u. Zij controleren uw ademhaling, bloeddruk en hartslag. De anesthesioloog kan op ieder moment de verdoving bijstellen. Ook zorgt zij ervoor dat u genoeg vocht in uw lichaam houdt en dat u een bloedtransfusie krijgt als u te veel bloed verliest tijdens de operatie.
Meer over plexus anesthesie
Meer informatie over een operatie met anesthesie bij CWZ.