Hoe verloopt een obductie?
Bij een obductie maakt de patholoog het lichaam van de overledene open. Hij bekijkt de organen, haalt ze uit het lichaam en onderzoekt ze. Hij snijdt de organen open om de binnenkant te kunnen zien. Daarna haalt de patholoog van elk orgaan een klein stukje weg en bekijkt het onder de microscoop. Dat is belangrijk omdat niet alle afwijkingen met het blote oog te zien zijn.
Na het onderzoek legt de patholoog de organen weer in het lichaam terug en sluit het lichaam. Alleen de organen die langer onderzocht moeten worden legt de patholoog niet terug.
De begrafenisondernemer haalt de overledene vervolgens op. Als de overledene voor een opbaring is aangekleed, is van de obductie vrijwel niets meer te zien. De organen die de patholoog niet heeft teruggelegd kunt u later nog laten cremeren.
Na de obductie stuurt de patholoog zijn onderzoeksresultaten op naar de arts die de obductie heeft aangevraagd. Ongeveer acht weken na het onderzoek kunt u een afspraak maken met deze arts. De meeste onderzoeksuitslagen zijn dan bekend.
Waar vindt een obductie plaats?
Het onderzoek wordt gedaan door een patholoog, een medisch specialist die precies weet hoe organen en weefsels veranderen door ziekte of overlijden.