Hoe verloopt een urineonderzoek?
Opvangen urine
Voor een urineonderzoek moet u meestal bij de huisarts of in het ziekenhuis een potje urine inleveren. Het speciale potje haalt u op bij het loket van de bloedafname, B82. Soms moet dat uw eerste plas van de dag zijn (ochtendurine), soms maakt het niet uit. Soms moet u alle urine die u in 24 uur uitplast opvangen in een speciale verzamelfles. Uw arts zal u uitleggen wat de bedoeling is.
Afgeven urine
Van de arts hoort u waar u de urine kunt afgeven. Dat kan bij:
- de arts of de doktersassistent
- de bloedafname in het ziekenhuis
- de prikposten in de regio.
Onderzoek urine
De urine gaat naar het laboratorium (Dicoon) van medische microbiologie en immunologie of klinische chemie voor onderzoek. Daar kunnen ze met teststrookjes bepaalde stoffen meten, zoals bloed, eiwit en suiker. Deze stoffen zitten normaal niet in de urine. Daarnaast bekijkt de laboratoriummedewerker de urine onder de microscoop om te zien of er vreemde dingen in zitten. In het laboratorium medische microbiologie kan men onderzoeken of er bacteriën in de urine zitten.