Arts-onderzoeker Casper Reijnen steekt zijn enthousiasme niet onder stoelen of banken. Sinds januari vorig jaar heeft hij een onderzoeksplaats voor het junior research project van CWZ en Radboudumc. ‘We maken gebruik van de expertise van beide ziekenhuizen. The best of both worlds, zeg maar. Dat is super!’
‘Ik rolde in het onderzoekstraject toen ik op gynaecologie in het Elisabeth-Tweesteden ziekenhuis in Tilburg rondliep. Het oncologisch onderzoek had al direct mijn interesse. In het Radboud liep destijds al een groot onderzoek naar baarmoederkanker. Via het junior research project kreeg ik de mogelijkheid daarop aan te haken. We dienden een onderzoeksvoorstel in en onze inzending werd gehonoreerd. Deze studie is dus een vervolg op bestaand onderzoek. 4 jaar lang mag ik me hier verder in verdiepen.'
800 patiënten
'Wij onderzoeken welke factoren nog beter kunnen voorspellen welke patiënten een agressieve óf minder agressieve vorm van baarmoederkanker krijgen. Zo’n 800 patiënten zijn bij het onderzoek betrokken. Na een jaar onderzoek, ben ik al een eind op weg. De meeste data zijn al verzameld. Nu komt het spannender onderdeel: het analyseren van deze data. Het leuke is dat ik heel nauw betrokken ben geweest bij het verkrijgen van de data. Ik werkte bijvoorbeeld mee aan een deel van de lab-werkzaamheden. We gebruikten hierbij verschillende technieken om in de tumor te kijken.'
Niet alleen
'Ik doe het onderzoek zeker niet alleen. In CWZ werk ik veel samen met gynaecoloog Marc Snijders en met Heidi Küsters van de afdeling pathologie. In het Radboudumc zijn gynaecologen Leon Massuger en Hanny Pijnenborg, en patholoog Hans Bulten betrokken. Het mooiste van het project is, dat we gebruikmaken van het beste uit beide ziekenhuizen. We brengen de expertises bij elkaar. Door dit project zijn de banden flink aangehaald tussen beide ziekenhuizen. Uiteindelijk gaat het om het verbinden van een groep onderzoekers om het beste voor de patiënt eruit te halen. En dat lukt goed.'
Pendel
'Fulltime ben ik bezig met het onderzoek. Ik pendel op en neer tussen beide ziekenhuizen. Het idee is om het een beetje fifty-fifty te verdelen. Iedere vier weken komen we met het hele team bij elkaar. Het onderzoeksteam, mensen van het lab en ik. Zelf ben ik verantwoordelijk voor het opstellen van de agenda. Vanuit de verschillende invalshoeken worden onderzoeksideeën en resultaten besproken. Het is mooi om te zien dat er dan echt een kruisbestuiving ontstaat.
Wetenschappelijk onderzoek past bij de CWZ-ambitie om unieke expertises te ontwikkelen en de topklinische status te versterken.