Vorige week is arts-assistent in opleiding (aios) chirurgie Frederike Haverkamp gepromoveerd. In haar proefschrift onderzocht ze of chirurgische teams op uitzending naar conflictgebieden goed genoeg voorbereid zijn. De medische zorg voor gewonden in een conflictgebied verschilt sterk van de zorgverlening in vredesgebied. Vergelijkbare letsels, zoals schotverwondingen en letsels door explosies, komen maar sporadisch voor in Nederland. Uitgezonden chirurgische teams moeten beter voorbereid zijn op deze ongebruikelijke werkomstandigheden, is haar conclusie.
Verschillen in gezondheidszorg wereldwijd
‘Tijdens mijn stages in het buitenland, met een ziekenhuis in Nepal, heb ik gezien hoe groot de verschillen zijn in de gezondheidszorgsystemen. Iedereen ter wereld heeft recht op zorg volgens professionele internationale standaarden. Ook de kwetsbare patiënten in conflictgebieden’, vertelt Frederike. ‘Maar ook de zorgverleners die worden uitgezonden naar die gebieden verdienen het om goed voorbereid te worden op de uitdagende taak die hen te wachten staat.’ Met haar promotieonderzoek hoopt ze bij te dragen aan die betere voorbereiding van de chirurgische teams. Er loopt inmiddels ook een vervolgonderzoek. Frederike kijkt met veel interesse uit naar de resultaten daarvan.
Basale werkomstandigheden
‘Het is belangrijk dat chirurgische teams worden voorbereid op de unieke uitdagingen die ze gaan tegenkomen in conflictgebieden’, zegt Frederike. Ze benadrukt hoe belangrijk het is om relevante werkervaring op te doen. ‘Dat is een serieuze uitdaging in de westerse civiele werkomgeving. Hier in Nederland krijg je maar heel weinig te maken met letsels zoals je die in conflictgebieden ziet. Verder zijn de werkomstandigheden in zo’n gebied meer basaal en is het team kleiner. Dit vraagt om een brede basis aan algemeen chirurgische vaardigheden, terwijl in vredesgebied steeds vaker superspecialisten worden opgeleid. Dit verschil is zichtbaar in de uiteenlopende onderwerpen waarop aanvullende training wordt gevraagd.’
Internationaal samenwerken en stages bij traumacentra
Frederike stelt vast dat er al diverse bestaande cursussen zijn, die trainen op de noodzakelijke werkervaring. ‘Maar internationale samenwerking en stages bij ziekenhuizen die veel ernstige traumapatiënten behandelen zijn onmisbaar in de voorbereiding op uitzendingen.’ In haar proefschrift adviseert ze ook om specifieke vakinhoudelijke onderwerpen op te nemen in de voorbereiding, zoals de behandeling van kindslachtoffers vanwege de zeldzame aard. Ook deze conclusie trekt Frederike uit de behoefte die militaire teams en de teams van het Internationale Comité van het Rode Kruis hebben aan aanvullende training op allerlei onderwerpen.
Hele teams gelijk trainen
Uit Frederikes promotieonderzoek blijkt dat meer medische specialisten zich voldoende voorbereid voelden op hun uitzending dan operatieassistenten en verpleegkundigen. ‘Het leveren van acute zorg in een conflictgebied is bij uitstek een team effort en gedeelde verantwoordelijkheid. Het is daarom belangrijk om te investeren in voorbereiding van het hele team, bij voorkeur door samen werkervaring op te doen’. Traumachirurgische masterclasses die nu vooral focussen op het trainen van specialisten, kunnen operatieassistenten en verpleegkundigen beter bij de training betrekken. Dit gebeurt al binnen de Definitive Surgical and Anaesthetic Trauma Care (DSATC) course. Deze internationale traumachirurgische masterclass is verplicht voor de Nederlands militair chirurgische teams voordat ze worden uitgezonden. ‘In deze cursus wordt multidisciplinair samengewerkt. Daarnaast verbetert de cursus niet-technische vaardigheden. De deelnemers kunnen bijvoorbeeld de opgedane kennis innovatief toepassen en ze kunnen hun handelen beter reflecteren. Dat zijn belangrijke vaardigheden voor zorgverleners die in zulke onvoorspelbare omstandigheden werken’.
Frederike startte in 2022 met de opleiding tot chirurg in CWZ.