Op het spreekuur verschijnt een kleine, brildragende man. Haren warrig op zijn hoofd en casual gekleed. Ik heet hem en zijn zoon welkom op de GIO-poli. De man is doof en vraagt of ik duidelijk wil praten. Zijn gehoorapparaten liggen te verstoffen in de kast, verexcuseert hij zich. Hij is naar ons gestuurd, omdat de scopist een verdachte plek in zijn darm heeft gezien.
Leefstijl kan van invloed zijn
Meneer is actief, wandelt 10 kilometer per dag en doet verder alles zelfstandig. Zijn conditie is goed en dat telt allemaal mee bij wat voor behandeling hij ook gaat krijgen. Al snel vraagt hij: ‘Heb ik dit gekregen van de paar borreltjes die ik graag drink per dag?’. Ik vertel hem dat je manier van leven invloed kan hebben op het krijgen van darmkanker. ‘Alcohol, roken, overgewicht, het eten van bewerkt en rood vlees: het kan allemaal een rol spelen. Mijn advies is te stoppen of in ieder geval te minderen met alcohol. Maar je kunt jezelf niet zomaar de schuld geven van het krijgen van kanker. Vaak is het domme pech.’
Ik vertel hem dat darmkanker meestal vanuit een poliep ontstaat die goedaardig is. Een klein deel waar de celdeling niet helemaal goed is gegaan, verandert dan in kwaadaardigheid en in dat geval wordt het kanker genoemd. Zo’n verandering kan wel 10 tot 15 jaar duren. Een kwaadaardige tumor kan door verschillende lagen van de darmwand heen groeien.
Knappe koppen
Daarna leg ik uit welke vervolgonderzoeken gepland staan. ‘Onze lieve heer heeft ons als mens helaas niet transparant gemaakt, waardoor we zouden kunnen zien wat er binnenin ons lichaam gebeurt’, zeg ik met een knipoog. Meneer moet hier een beetje om lachen. Na de onderzoeken zal alles besproken worden in het multidisciplinair overleg, waar ‘de knappe koppen’ bij elkaar zitten om te komen tot een behandelplan.
‘Het wordt me allemaal wat veel. Ik kan niet alles onthouden’, zegt de man als ik uitgepraat ben. Maar de zoon zegt meteen dat hij vader met alles zal helpen. Met een brok in zijn keel kijkt de vader zijn zoon aan. ‘Erg fijn dat jij dat wilt doen.’ Tegen mij zegt hij: ‘Meestal los ik zaken alleen op. Dat is mijn manier van omgaan met dingen en dat bevalt me goed. Maar nu is het even niet anders.’ Wat fijn dat u een goede relatie met uw zoon heeft’, zeg ik. Waarop meneer glimlachend zegt: ‘Daar ben ik ook heel blij mee, heb ik toch iets goeds gedaan’. ‘Ik geloof dat het een wisselwerking is meneer’, reageer ik, ’want wie goed doet, goed ontmoet toch?’ Deze uitdrukking is zo veelzeggend. Zelf streef ik er ook naar om zo te leven.
Goed nieuws
Een week later is er goed nieuws. Meneer blijkt geen uitzaaiingen te hebben in zijn lichaam en kan geopereerd worden. Ik ben blij voor hem en denk dat hij op deze uitslag nog wel een borreltje zal drinken, maar dat het zeer waarschijnlijk de laatste zal zijn. Hij wil nog wel een gesprek met zijn huisarts. Begrijpelijk, uiteindelijk ligt de beslissing bij hem. Tenslotte zijn we allemaal eigen regisseur van ons lichaam en wat daarmee gebeurt.
Als oncologieverpleegkundige op de GIO-poli zien wij dagelijks mensen die verdacht worden van darmkanker of die darmkanker hebben. In het proces van diagnostiek en behandeling spelen we een belangrijke rol. Zo regelen wij de onderzoeken en bewaken we de planning. Bij dit alles begeleiden we de patiënt en diens naasten en zijn we steeds hun aanspreekpunt. Ook verwijzen wij zonodig naar andere disciplines.
Deze blog is geschreven door oncologieverpleegkundige Margot Franken van de GIO-poli . Ze schreef deze voor de internationale Darmkankermaand, die vandaag van start gaat.