Oncologieverpleegkundige Margot Franken schrijft indringende blogs over haar werk in de patiëntenzorg in CWZ.
Als je kanker hebt staat je hele leven op zijn kop. De één heeft wel iets gevoeld in zijn lijf en kan het, hoe erg ook, plaatsen. Maar een ander is totaal verbijsterd dat er iets in het lichaam gaande was, zonder alarmsignalen. Dat maakt dat het vertrouwen in je lijf vermindert soms totaal wegvalt.
Onzekerheid en angst liggen op de loer. Hoe ga je daar nu mee om? Het is een medische achtbaan waar je in zit, totaal in het teken van de kanker. Er volgen nadere onderzoeken en uitslagen. Je omgeving heeft met je te doen, je krijgt alle aandacht, er is veel begrip voor je. Een luisterend oor, troost en ondersteuning op allerlei gebied.
De behandelingen gaan beginnen: radiotherapie, immunotherapie, chemotherapie of een operatie. Alles om de kanker het lijf uit te krijgen. Dan begint de herstelperiode. De aandacht van je omgeving wordt al iets minder, de eerste heftigheid van het nieuws is er van af. Je kunt behandeld worden en dat is een goed teken. Maar eigenlijk begint het dan pas, het rouwproces.
Na de overleefmodus, waarin je zat, komt de verwerking met daarin het besef wat voor een klap je lijf heeft gehad. Niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk. Door vermoeidheid, een litteken, concentratiemoeilijkheden of gewichtsverlies. Bij elk pijntje dat je voelt, ben je bang dat de kanker weer terug is. Je weet dat het niet zo hoeft te zijn, maar je vertrouwen in je lijf ben je kwijt. Je bent niet meer zo onbevangen.
Je omgeving wil graag dat je weer de oude bent. Je wilt zelf misschien ook weer het normale leven leiden. Maar die ‘oude ik’ komt niet altijd terug. Je hebt iets ontzettend heftigs meegemaakt en dat is niet zo maar ‘over’. Je wordt geconfronteerd met je eigen sterfelijkheid. Alles kan voorgoed zijn veranderd. Je toekomstplannen, je rol binnen je relatie of je gezin. Nadat je van de arts te horen hebt gekregen dat de behandeling succesvol was, ben je blij en dankbaar. Je wilt weer werken, sporten, uitgaan en je normale leven leiden. Je wilt weer jouw plekje innemen in de maatschappij. Je bent misschien verdrietig dat je niet meer zo mee kunt doen zoals voorheen.
Je moet een nieuw evenwicht zien te vinden en iedereen doet het op zijn manier. Herstellen van kanker kost tijd. Sommige mensen denken dat je dit oude leven weer vanzelf oppakt als je genezen verklaard bent. Dat is niet altijd zo. Je omgeving begrijpt niet altijd goed waar je nog mee worstelt en weet soms ook niet goed hoe ze met de situatie moet omgaan. Je omgeving deelgenoot maken van die angsten en twijfels kan je daarbij helpen. Ook goede nazorg is van belang. Die geven wij in CWZ door verwijzing naar maatschappelijk werk, psycholoog of geestelijk verzorger. Hulp is ook voorhanden buiten het ziekenhuis. Voorbeelden zijn: Herstel en balans, Mariekehuis en Stichting Helen Dowling Instituut.
Margot Franken, oncologieverpleegkundige