Mensen gebruiken steeds vaker gelijktijdig verschillende medicijnen. Ieder medicijn heeft andere risico’s, bijwerkingen of interacties met andere geneesmiddelen. Controle op medicijngebruik wordt daardoor steeds belangrijker. Digitale informatie uitwisseling heeft hierin de laatste jaren veel veranderd én verbeterd. Voor het landelijke VIPP-programma van NVZ/VWS is de medicijncontrole op basis van gegevens van apotheken van het Landelijk Schakelpunt (LSP) getoetst. CWZ is daarvoor glansrijk geslaagd.
Medicatieveiligheid
Medicijnen zijn een cruciaal onderdeel van de behandeling. Maar verkeerd medicijngebruik kan leiden tot risico’s. Denk aan ongewenste reacties van verschillende medicijnen op elkaar. Of aan medicijnen die de behandeling negatief kunnen beïnvloeden, zoals bloedverdunners voorafgaand aan een operatie. Apothekers, apothekersassistenten, dokters en sinds kort ook doktersassistenten zorgen dagelijks dat de medicatieveiligheid op orde is. Ze inventariseren welke medicijnen patiënten gebruiken als ze bij CWZ komen. Ze verstrekken de juiste medicatie tijdens de behandeling. Ze informeren bij ontslag de huisarts of thuiszorg over de medicijnen die de patiënt mee naar huis krijgt. In patiëntportaal MijnCWZ heeft de patiënt zelf ook inzicht in zijn actuele medicijngebruik.
Digitale informatie uitwisseling
Marien Pluim, ziekenhuisapotheker van CWZ, legt uit waarom het controleren van medicijngebruik steeds belangrijker wordt. ‘Mensen worden gemiddeld genomen ouder, zieker en verblijven steeds korter in het ziekenhuis. Ze komen met meer medicijnen binnen en krijgen ook meer medicijnen mee naar huis. Dit stelt hoge eisen aan de zorg rondom medicijnen. Ons proces is hierin meegegroeid. Dankzij digitale informatie die op elk moment beschikbaar en uitwisselbaar is, kunnen we de juiste zorg bieden.’ Het Landelijk Schakel Punt, kortweg LSP, is een beveiligd netwerk waarop de meeste apothekers en huisartsen uit de regio zijn aangesloten. Zorgverleners van CWZ kunnen via het LSP een overzicht bekijken van de medicijnen die zijn voorgeschreven. Dat is alleen zo als de patiënt hiervoor toestemming heeft gegeven. In de regio Nijmegen zijn dat bijna alle mensen.
Zeker weten
Of iemand de medicijnen ook daadwerkelijk gebruikt, is niet met zekerheid te zeggen. Hij kan de medicijnen bijvoorbeeld niet hebben opgehaald, de dosering kan veranderd zijn en soms gebruikt iemand nog andere middelen die vrij verkrijgbaar zijn bij de drogist. Marien: ‘Daarom gaan onze apothekersassistenten bij opname in het ziekenhuis in gesprek met de patiënt, aan de hand van het overzicht van het LSP. De medicijncontrole op de polikliniek is maatwerk. Alleen als het nodig is dat de dokter weet welke medicijnen mensen gebruiken, wordt het medicijngebruik doorgenomen. Afhankelijk van de polikliniek gebeurt dat door de dokter, de apothekersassistent of de doktersassistent. Bij de dertiger die in CWZ komt voor een verdacht plekje op zijn schouder is het meestal niet nodig om te weten welke medicijnen iemand gebruikt. Maar wel bij de hartpatiënt die een afspraak heeft bij de longarts. Samen met de patiënt zorgen we ervoor dat er een actueel overzicht klaarstaat in het elektronisch patiëntendossier. Zodat de dokter de juiste behandeling kan instellen.’’
Patiëntvriendelijk
CWZ wil de controle patiëntvriendelijk inrichten. Op de polikliniek interne geneeskunde zijn doktersassistenten opgeleid om de medicatieverificatie te doen. Dat is doelmatig én vriendelijk.’ Natasja is één van de doktersassistenten van de poli. Natasja: ‘Nieuwe patiënten komen vóór de afspraak op de polikliniek bij de doktersassistente om de medicijngegevens van het LSP te controleren. Dat gebeurt ook op de polikliniek, zodat patiënten hiervoor niet naar een andere afdeling hoeven. Bij de dokter in de spreekkamer kan het dan direct over de kern van de zaak gaan. Dat heeft echt meerwaarde voor iedereen.’