Hij liep zich 1,5 jaar warm en is nu officieel het nieuwe hoofd van het expertisecentrum voor schimmelinfecties (mycologie) in CWZ: arts-microbioloog Eelco Meijer. Ontzettend veel zin heeft hij in die nieuwe functie. Werken voor een wereldwijd leidend centrum, met fijne collega’s in CWZ, Radboudumc en Dicoon, en volop innovatie en onderzoek. Eelco houdt ervan om onbekend terrein te verkennen. Zijn grote wens is om in Nederland een ‘surveillance’ op te zetten om zicht te hebben op schimmels die nu rondgaan en voor problemen kunnen gaan zorgen. Een primeur in de wereld.
Iets supergoed doorgronden
Eigenlijk was Eelco van plan om chirurg-oncoloog te worden. Maar tijdens zijn promotietraject veranderde hij van richting toen hij in contact kwam met de microbiologie en infectieziekten. ‘Het lab vond ik zó leuk. Ik merkte dat ik het liefst patiënten wilde helpen door te onderzoeken wat ze mankeren. Iets heel goed doorgronden en begrijpen, dát is het voor mij.’ Hij vond een opleidingsplek in Nijmegen en daar is hij in de volle breedte opgeleid tot arts-microbioloog. ‘Al vroeg in mijn opleiding ontdekte ik hoe leuk het vakgebied van schimmels is. En omdat Jacques Meis met pensioen zou gaan, ben ik in dat gat gesprongen.’ Het expertisecentrum dat hij nu leidt in ons ziekenhuis, is van CWZ en Radboudumc samen.
In Nederland zeldzaam
Op en in ons lichaam leven vele soorten schimmels. Ze kunnen geen kwaad en helpen de darmen en het immuunsysteem te functioneren. Maar soms raakt de balans verstoord en kan een schimmel gaan groeien en een infectie veroorzaken.In ons land zijn door de goede infectiemaatregelen ernstige schimmelinfecties gelukkig zeldzaam, zegt Eelco. ‘Het gaat om tientallen infecties per jaar. Ze kunnen optreden bij mensen met een slecht immuunsysteem van zichzelf of bij verminderde immuniteit door een behandeling bij ziekte. Het is ernstig als een schimmel in de bloedbaan komt of organen kapot maakt. Zaak is om dan snel de juiste diagnose te stellen en een goede behandeling te geven. Helaas is de sterfte onder deze patiënten groot. Nederlandse artsen diagnosticeren ook jaarlijks enkele honderden matig ernstige infecties. Denk aan infecties van de huid, heel vervelend maar daar ga je in principe niet aan dood.’
Experts passen in één zaal
Ernstige schimmelinfecties zijn complex, legt Eelco uit. ‘De diagnostiek kan heel moeilijk zijn. Er is vrijwel nooit een testuitslag ‘ja’ of ‘nee’. Ook de behandeling is lastig, want we hebben niet zoveel geneesmiddelen. Juist omdat er nog zoveel onbekend is, is onderzoek heel belangrijk. We doen research in alle werelddelen. De experts op dit gebied wereldwijd zouden passen in één grote zaal’, lacht hij. ‘Iedereen kent elkaar en de lijntjes zijn kort.’
Observers uit andere landen
Als expertisecentrum hebben Eelco en zijn collega’s de verantwoordelijkheid om hun kennis te delen. Zo geven ze scholingen aan artsen in opleiding. Medisch specialisten krijgen steeds meer oog voor schimmels, merkt Eelco. Op het moment van dit interview kijken er tien dagen lang ‘observers’ uit Iran en India mee in het lab. ‘Ze komen hier met potjes schimmels en dan doen we samen onderzoek. Wij hebben het geluk om in een rijk land te wonen met geld voor diagnostiek, maar veel landen hebben dat geluk niet. Die helpen we graag verder. Er zijn in ons lab dus altijd wel gasten, die we leren hoe wij het aanpakken. Ik vind het mooi dat ik door research en scholing echt het verschil kan maken.’
Wereldwijde uitbraken
De verspreiding van kennis is heel belangrijk, want in veel andere werelddelen zijn ernstige schimmelinfecties een steeds groter probleem. Een bekende is Aspergillus fumigatus, die je kunt inademen. De gist Candida auris zorgt voor veel uitbraken in ziekenhuizen wereldwijd. Deze laat zich moeilijk ontdekken. Ook is de gist moeilijk te vernietigen door schoonmaken en kan hij lang overleven op mensen en materialen. Er worden steeds meer subsoorten gevonden. Eelco: ‘Global warming en agricultuur spelen een rol bij de verspreiding, denken we. Het probleem waar we de laatste jaren mee kampen, is de resistentie voor medicijnen. Dit betekent dat schimmels ongevoelig (resistent) worden als ze vaker in contact komen met bepaalde antischimmelmiddelen. Wereldwijd komen er nogal wat van deze middelen in het milieu terecht, bijvoorbeeld door de bloementeelt. Verkeerd gebruik bij mensen speelt ook een rol. Als je bij voetschimmel bijvoorbeeld te kort smeert of een tube gebruikt die al jaren geopend in de kast ligt, wordt de schimmel niet gedood. Hierdoor kan hij terugkomen en uiteindelijk immuun worden voor het middel. Als schimmels resistent worden, worden ziektes bij de mens ook lastig te behandelen. Dit blijft de komende jaren het grootste aandachtspunt van ons centrum.’
Proactief screenen
Grote wens van Eelco en zijn collega’s is om een ‘surveillance’ op te zetten. Dat wil zeggen dat er een screeningssysteem komt, zodat er al vroeg informatie is over welke schimmels er rondgaan met welk genetisch materiaal. Die screening kan plaatsvinden door rioolwater en bestaande infecties te onderzoeken. ‘We zijn dan niet langer reactief bezig, maar proactief. In december hopen we subsidie te krijgen voor een eerste screening van ernstige infecties met gisten, en wij zijn lokaal al begonnen met het opzetten van een screening bij huidinfecties. Met deze surveillance zijn we de eerste in de wereld. We lopen dus echt voorop!’
Drie man sterk
Het mycologieteam in CWZ is drie man sterk: naast Eelco zijn er moleculair bioloog Theun de Groot en promovendus Bram Spruijtenburg. Het drietal werkt nauw samen met infectiepreventie, de andere artsen-microbioloog, internist-infectiologen, promovendi, het antibioticateam en de apotheek. Elke dinsdag is er een multidisciplinair overleg (MDO) met de collega’s van het expertisecentrum in het Radboudumc. ‘Dan kan het hele land inbellen voor vragen en bespreken we casussen. Buiten het MDO kunnen ook huisartsen kunnen ons raadplegen. Zij zien natuurlijk de meeste schimmelinfecties aan bijvoorbeeld huid, voet of vagina. Die kunnen ook veel ongemak geven.’
Geen salade in India
Uiteraard komt Eelco voor zijn werk geregeld in landen waar de infectiepreventie minder goed is georganiseerd. Hoe relaxed is hij daaronder? Zijn antwoord is nuchter: ‘Als gezond persoon word je niet zo gauw ziek van een schimmel. Pas was ik in India. Daar let ik altijd heel goed op wat ik eet. Voor mij geen salade bij het buffet. In Europa voel ik mij veilig, maar ik eet nooit ongepasteuriseerde kaas of filet American. Dat risico wil ik niet nemen met twee jonge kinderen.’
Erkenningen nationaal en internationaal
Inmiddels heeft het expertisecentrum schimmels alle belangrijke nationale en internationale erkenningen. Dat is dankzij de vele research, het stimuleren van innovaties en de speciale moleculaire onderzoekstechnieken. Maar ook aan het onderwijs dat het centrum geeft en de vele gasten van over de hele wereld die in ons lab meekijken. Het centrum is door het Ministerie van VWS en de Nederlandse Federatie van Universiteiten erkend als centrum voor zeldzame ziekten. Ook heeft het de landelijke expertisefunctie met het RIVM en kreeg het recent de STZ-status. De hoogste erkenning is die van de European Confederation of Medical Mycology, die onlangs is verlengd.