In CWZ is een protocol ontwikkeld om patiënten met het LAR-syndroom te behandelen. Doel is om de klachten van de patiënt te verminderen en om een eenduidig behandeling te bieden aan deze patiëntengroep. ‘Dit werkt erg goed. We horen dat patiënten sneller hun leven weer kunnen oppakken,’ vertelt Linda Geurts-van de Moosdijk, verpleegkundig specialist GIO.
Wat is LAR?
Het LAR Syndroom is een verzamelnaam voor klachten die kunnen ontstaan na een endeldarmoperatie. Soms is hier ook bestraling en/of chemotherapie aan voorafgegaan. LAR staat voor low anterior resectie. Klachten kunnen zijn: vaker naar toilet moeten voor ontlasting, soms wel 10-15 keer per dag, ook gedurende de nacht. Of in de korte tijd meerdere keren achter elkaar naar het toilet, dunnere ontlasting, sterke aandrang of ongewenst verlies van ontlasting of windjes. ‘Ongeveer een derde van de mensen heeft in meerdere mate last van deze klachten na een endeldarmoperatie. Ze hebben vaak een negatief effect op de kwaliteit van leven. Daarom hebben we een chirurg, stomaverpleegkundige, bekkenfysiotherapeut, diëtisten en verpleegkundig specialist de handen ineen geslagen en een nieuwe werkwijze ontwikkeld.’
Hoe ziet de nieuwe werkwijze eruit?
De patiënt wordt voor de operatie geïnformeerd over het mogelijk ontstaan van het LAR syndroom. Ook krijgt hij schriftelijke informatie mee. ‘Ongeveer 2 tot 4 weken na de operatie bellen we de patiënt. Dat kan de stomaverpleegkundige of verpleegkundig specialist doen. We nemen dan scorelijsten af om inzicht te krijgen in de klachten van de patiënt. Afhankelijk van de ernst en soort klachten, en de wens van de patiënt, starten we een behandeling.’
Welke interventies zijn mogelijk?
Er is een stroomschema gemaakt om te zien welke interventies ingezet kunnen worden. Twee weken laten worden die telefonisch geëvalueerd. De patiënt ontvangt een folder met daarin uitleg over het LAR-syndroom, de behandelopties en tips en adviezen die de patiënt zelf kan toepassen om de klachten te verminderen. ‘Voorbeelden van interventies zijn het starten van bepaalde medicatie bij ontlasting die te dun of juist te hard is. De diëtist kan ingeschakeld worden om voedingsadviezen op maat te geven. Bij ongewild verlies van ontlasting, bij sterke aandrang of obstipatie kunnen we de patiënt verwezen naar een bekkenfysiotherapeut.’
Veel patiënten geholpen
‘Een combinatie van interventies, aangepast op de klachten van de patiënt, geven vaak verlichting van de klachten. Sinds we werken met dit protocol hebben we veel patiënten geholpen om klachten te verminderen. Patiënten vinden het prettig om te weten dat deze klachten passen bij de operatie die zij hebben gehad en dat er mogelijkheden zijn om deze klachten te behandelen. Dit zorgt ervoor dat patiënten sneller hun leven weer op kunnen pakken en hun kwaliteit van leven sterk is verbeterd. We zijn erg blij met dit mooie resultaat.’
Vorige week maakten we bekend dat zorgverleners hun krachten bundelen in het CWZ Darmkankercentrum.