Een nieuw consortium van wetenschappers, zorginstellingen en farmaceutische bedrijven gaat het gebruik van verslavende pijnstillers in Nederland onderzoeken. Het project is opgenomen in de Nationale Wetenschapsagenda en ontvangt 1,8 miljoen euro van wetenschapsfinancier NWO. Internist-farmacoloog Kees Kramers - mede werkzaam in CWZ - en psychiater Arnt Schellekens coördineren de Nijmeegse bijdrage aan het onderzoek.
Vervijfvoudigd
Opiaten zijn morfine-achtige pijnstillers zoals het medicijn oxycodon. Het gebruik ervan steeg in Nederland de afgelopen tien jaar sterk. Onderzoeksleider Marcel Bouvy, hoogleraar Farmaceutische Patiëntenzorg aan de Universiteit Utrecht (UU), maakt zich grote zorgen over de cijfers. 'Het laatste decennium is het gebruik van deze middelen vervijfvoudigd. In 2018 kregen ongeveer 600.000 mensen een opiaat voorgeschreven. Het gaat dan niet om pijnstilling direct na een operatie in het ziekenhuis, maar om middelen die patiënten zelf ophalen bij de apotheek. Het is echt uit de hand gelopen.'
TAPTOE
Het onderzoek naar het gebruik van opiaten vindt plaats binnen een nieuw consortium waarin de Universiteiten van Utrecht en Leiden en het Radboudumc en CWZ nauw samenwerken met anesthesiologen, psychiaters, apothekers, internisten, huisartsen en verslavingsartsen van organisaties in het hele land. Het project kreeg de naam TAPTOE: Tackling And Preventing The Opioid Epidemic en ontvangt een subsidie van NWO van 1,8 miljoen euro voor een periode van vijf jaar. Het onderzoek behoort tot een van de 17 voorstellen die in de eerste ronde van de Nationale Wetenschapsagenda zijn gehonoreerd.
Onderzoeksvragen
Vier promovendi zullen de TAPTOE-projecten gaan uitvoeren. Het onderzoek richt zich met 15 deelprojecten op het gehele traject van het voorschrijven van opiaten tot het langdurig gebruik. 'Een deel hiervan is ons lopende epidemiologische onderzoek, waarin we het problematische gebruik van pijnstillers in kaart brengen', zegt Kees Kramers. 'Daarnaast hebben we aandacht voor het verbeteren van de peri-operatieve zorg, zodat mensen niet blijven hangen in pijnstillers. We waren in het Radboudumc en CWZ al bezig om beter zicht te krijgen op de ernst van het probleem, hoe mensen in de problemen komen en hoeveel last ze er in het dagelijks leven van hebben.'
Medisch en illegaal
In het project zal er ook aandacht zijn voor de wisselwerking tussen het medisch en illegale circuit en particuliere aankopen via bijvoorbeeld het dark web. In de VS koopt een deel van de patiënten die ooit een opiaat op recept kreeg het vervolgens via het illegale circuit. De mate waarin dit in Nederland gebeurt is nog onbekend. Tenslotte zal het consortium strategieën onderzoeken om het gebruik van opiaten in de medische wereld te beperken. Deze strategieën richten zich op alternatieve behandelingen bij acute pijn, op de organisatie van de dagelijkse praktijk bij het starten en herhalen van opiaten en op de behandeling van patiënten die reeds afhankelijkheid van opiaten hebben ontwikkeld. ‘Uiteindelijk is er ook nog een groep die al een verslaving aan opioiden heeft ontwikkeld en ermee worstelt hoe hier vanaf te komen’, zegt Schellekens. ‘Voor die groep hebben we reeds een eerste stap in hun behandelprogramma ontwikkeld, maar met dit onderzoek kunnen we dat doorontwikkelen om nog meer mensen met pijn en een opioid verslaving te kunnen helpen.’
Opiaatprobleem zoals in de VS voorkomen
Het consortium heeft als doel te voorkomen dat in Nederland een vergelijkbaar opiaatprobleem ontstaat als in de Verenigde Staten. 'Heeft één op de dertig Nederlanders het afgelopen jaar een opiaat voorgeschreven gekregen, in de VS was dat 4 á 5 keer zoveel', aldus Bouvy. 'Twintig jaar geleden namen de cijfers daar een vlucht, destijds werd vooral door farmaceutische bedrijven nog gezegd dat de middelen niet verslavend zijn wanneer ze worden gebruikt als pijnstiller. Sinds tien jaar stijgt het gebruik ook in Nederland. Inmiddels weten we dat opiaten ook als pijnstiller wel degelijk verslavend kunnen zijn.' Vroeger werden opiaten gereserveerd voor ernstige pijn, maar de afgelopen jaren werden ze steeds vaker voorgeschreven voor relatief milde pijn zoals na een operatie in dagbehandeling of bij onbegrepen pijn.
Samenwerkende partijen
Het onderzoek is gestart in Radboudumc en CWZ en wordt inmiddels omarmd door een groot consortium bestaande uit een groot aantal maatschappelijke partijen waaronder beleidsmakers (CBG en ZIN), onderzoeksinstituten ((Nijmegen Institute for Scientist Practitioners (NISPA), SIR, NIVEL en Trimbos instituut), ziekenhuizen (CWZ, Maartenskliniek en UMC’s), beroepsorganisaties (KNMP en NHG) en patiëntenverenigingen (Zorgbelang en het Zwarte Gat). Zo kunnen de onderzoeksresultaten gedurende de onderzoeksperiode 2019-2024 direct in de praktijk worden gebracht.
'Deze brede samenwerking is belangrijk,' zegt Kramers. 'We doen het onderzoek met het Nijmeegse Expertisecentrum voor Complexe Farmacotherapie (NECF), een samenwerking van de regionale huisartsen, openbare apothekers, en de Sint Maartenskliniek, CWZ en het Radboudumc. Samen hebben we een pijnwerkgroep om verstandig met opiaten om te gaan in de regio. Zo kunnen de ziekenhuizen gezamenlijk afspraken maken met de lokale huisartsen en apothekers. Vooral CWZ heeft een belangrijke bijdrage geleverd om dit project mogelijk te maken. Voorwaarde voor toekenning van het project was dat er eigen financiering van buiten de academische ziekenhuizen moest komen. CWZ heeft deze bijdrage geleverd door de gezamenlijke Junior Research Grant in te brengen.'
CWZ-ambitie topklinische zorg
De deelname aan het consortium is een voorbeeld van onze ambitie om topklinische zorg te geven. In CWZ investeren we in wetenschap, medische innovatie, opleiding en unieke expertises, waardoor we goede professionals aantrekken en behouden.