Op 30 oktober promoveerde Akkie Rood, die haar opleiding tot orthopedisch chirurg volgde in CWZ, aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Haar proefschrift geeft een overzicht van de verschillende behandelopties bij instabiliteit rond de knieschijf. Daarmee levert ze een belangrijke bijdrage aan het knie expertisecentrum van CWZ. Alle aanbevelingen zijn inmiddels onderdeel van het perioperatieve beleid in CWZ, gericht op beter en sneller herstel. CWZ feliciteert Akkie met haar promotie.
Welke behandeling is het beste op korte en lange termijn?
Akkie onderzocht verschillende behandelingen bij een instabiele knieschijf die eenmalig of herhaaldelijk uit de kom schiet: de conservatieve behandeling en verschillende operatieve behandelingen. Ze vertelt: ‘Het belangrijkste is om de anatomische afwijking op te sporen en de behandeling hierop aan te passen. Er zijn veel verschillende conservatieve en operatieve behandelingen beschreven, maar de vraag is welke op de korte en op de lange termijn het beste is. Mijn promotieonderzoek kan helpen bij een keuze wanneer welke behandeling de voorkeur heeft.’
Tape beter dan gips
In haar studie bekeek ze eerst de conservatieve behandeling (met spalk, tape of gips) nadat de knieschijf voor het eerst uit de kom is geschoten. Er deden 18 volwassen patiënten mee. Na een week een bovenbeens achterspalk te hebben gehad, kreeg de ene groep tape en de andere groep een gipskoker voor 5 weken. ‘De conclusie was dat een bescherming met tape leidt tot beter uitkomsten dan gips, tot zelfs 5 jaar na behandeling.’
Geen schroeven
Ook beschreef Akkie de techniek van de dynamische mediale patellofemoral ligament (MPFL) reconstructie. Hierbij wordt een hamstringpees gebruikt om het ligament te reconstrueren. Er wordt geen gebruik gemaakt van lichaamsvreemd materiaal in de vorm van schroeven. ‘Wij geloven dat deze techniek een goed en veilig alternatief is voor de - in de wereld de meest gebruikte - statische reconstructie. Daarbijwordt het nieuwe bandje met schroeven vastgezet. Om dit aan te tonen heb ik zeven vers gevroren kadave knieën getest in een apparaat waar de normale buiging van de knie kon worden nagebootst. We kunnen concluderen dat de dynamische MPFL-reconstructie zelfs een veiliger optie is dan de statische reconstructie. De statische kan leiden tot vroege artrose.’
Boortunnels vermijden
De complicaties die kunnen optreden na een dynamische MPFL-reconstructie onderzocht Akkie nog verder. In een grote groep patiënten zijn de gegevens geanalyseerd van 193 knieën (179 patiënten) die deze behandeling ondergingen tussen 2009 en 2015. ‘Hieruit blijkt dat het gebruik van boortunnels voor fixatie aan de patella een verhoogd risico geeft op op patellafracturen, vooral bij mannen. Daarom wordt het afgeraden.’
Ook veilig voor kinderen
De kans op aanhoudende patellofemorale instabiliteit na een eerste luxatie is vele malen groter op jonge leeftijd. Daarom onderzocht Akkie de resultaten van de MPFL-reconstructie ook bij onvolgroeide patiënten met open groeischijven. Ze deed dit in een kleine studie bij 12 patiënten. Eenderde van hen had een tweede aanvullende operatie nodig. ‘Deze studie laat zien dat de gebruikte techniek voor een dynamische MPFL-reconstructie een veilige techniek is voor kinderen. Het grootste deel van de complicaties wordt ook hier veroorzaakt door fracturen in de patella door de boortunnels. Die moeten we dus vermijden.’
Veilige technieken
Tot slot beschreef Akkie de complicaties van 2 verschillende soorten operaties waarbij de aanhechting van de knieschijfpees wordt verplaatst om zo de knieschijf meer naar beneden of naar binnen te plaatsen. Ze keek naar de geregistreerde complicaties bij 267 knieën in 206 patiënten, geopereerd tussen 2004 en 2017. ‘Wij concluderen dat de V-vormige tuberositas osteotomie een veilige techniek is met een vergelijkbare kans op complicaties als andere technieken. In een andere studie concluderen we dat de sliding tuberositas osteotomie een veilige techniek is. Hiervoor bekeken we de complicaties na deze ingreep in 529 knieën in 474 patiënten.’
Over Akkie
Akkie haalde haar artsendiploma in 2007. Daarna werkte ze bij de spoedeisende hulp in CWZ. Na een kort intermezzo bij algemene heelkunde, maakte ze de overstap naar de orthopedie en ging ze aan het werk in Helmond en het Radboudumc. Van 2012 tot 2019 volgde ze de opleiding tot orthopedisch chirurg in CWZ, Radboudumc, Ziekenhuis Rijnstate en de Sint Maartenskliniek. Vanwege haar speciale interesse in de pathologie van de wervelkolom werkte ze de laatste maanden van haar opleiding met neurochirurgen in het Radboudumc. ‘Sinds april doe ik een superspecialisatie voor de wervelkolom in het OLVG Amsterdam. Naast mijn ambities op de werkvloer heb ik tot 2009 fanatiek gehockeyd als centrale middenvelder bij NMHC Dames 1 op het hoogste niveau. Ik woon samen met mijn vriend en twee kinderen in Nijmegen.’
CWZ-ambitie topklinische zorg
Het knie expertisecentrum is een voorbeeld van onze ambitie om topklinische zorg te geven. In CWZ investeren we in wetenschap, medische innovatie, opleiding en unieke expertises, waardoor we goede professionals aantrekken en behouden.