Deze week neemt patholoog Carla Wauters afscheid. In dit nieuwsbericht vertelt ze kleurrijk over de 27,5 jaar die zij in CWZ werkte en de grote veranderingen die ze meemaakte. 'Tegenwoordig staat mijn vak pathologie niet meer aan het eind, maar helemaal aan het begín van het ziekteproces.'
Zuidelijke mentaliteit
‘Op mijn kamer hangt een foto van een zuster achter het microtoom in het laboratorium van het oude ziekenhuis aan de St. Annastraat. Een bijzonder beeld vind ik. Echter, dat gebouw heb ik zelf nooit gezien of betreden, want ik kwam pas in 1996 in CWZ werken. Ik volgde mijn opleiding geneeskunde niet in Nijmegen, maar aan de Rijksuniversiteit van Utrecht en deed mijn pathologie specialisatie in Rotterdam.'
'Ik kwam in de nieuwbouw aan de Weg door Jonkerbos te werken in een zeer ruim opgezet laboratorium op de C-laag. Als vierde patholoog van allemaal fulltime werkende pathologen en in een lab met circa 25 analisten en 5 secretaresses. Als geboren en getogen Zeeuws-Vlaamse betekende dit een verkenning van weer een ander ‘gewest’ van Nederland met zijn eigen gebruiken en mentaliteit, die natuurlijk doorklonken in het ziekenhuis. De nuchtere, zakelijke, directe aanpak van Rotterdam maakte plaats voor de zuidelijker aanpak. Wat me meteen opviel, waren de korte en directe lijnen in de communicatie met de kliniek, de specialisten en de gespecialiseerd verpleegkundigen. Heel fijn. Hierdoor konden acties snel uitgezet worden. Gelukkig is dit altijd zo gebleven, ondanks de steeds grotere administratiedruk.'
Van hersenen tot teennagels
'Ik koos voor CWZ omdat het een groot regionaal ziekenhuis is. Met vele opleidingen en met een voor de pathologie groot en divers aanbod aan diagnostiek, zodat ik het vak in zijn volle breedte kon uitoefenen. Toentertijd beoordeelden de pathologen álles: van hersenen tot teennagels. Dat is in de loop der tijd veranderd. Er wordt tegenwoordig in de specialismen en ook in de pathologie steeds meer gewerkt met aandachtsgebieden. Zo is de hele neuro-oncologie uit het ziekenhuis verplaatst naar elders.'
Van het eind naar het begin van het ziekteproces
'Bij mijn vak denken velen nog altijd aan de arts die overleden mensen onderzoekt om de doodsoorzaak op te sporen. Tot de jaren ‘60-‘70 van de vorige eeuw waren obducties inderdaad het belangrijkste werk van de patholoog. Maar dat is compleet veranderd. Tegenwoordig staat mijn vak niet meer aan het eind, maar helemaal aan het begín van het ziekteproces. Door de steeds verbeterende beeldvormende technieken binnen de radiologie, de steeds beter uitvoerbare endoscopische onderzoeken en verrichtingen, en de verbeterde biopsie- en punctietechniek is onze plaats veranderd. Met name in de oncologie. Met steeds kleinere stukjes weefsel kunnen we nu de diagnose stellen bij het begin van het ziekbed en op basis daarvan kan een gerichte behandeling ingezet worden.'
'Als pathologie spelen we ook een belangrijke rol in de preventie van ziekten. Denk aan de bevolkingsonderzoeken op het gebied van baarmoederhals-, borst- en darmkanker. Vanwege deze veranderde positie wijzigde de Nederlandse Vereniging van Pathologische-Anatomie in 1990 de naam in ‘Nederlandse Vereniging van Pathologie’ en werden wij ‘pathologen’. Echter, tot op de dag van vandaag worden we, ook door collega’s, nog vaak aangesproken als patholoog-anatoom...'
Manager en opleider
'In 2006 werd ik integraal manager van de afdeling. Het was een roerige periode. Een echte uitdaging, waarbij ik gelukkig goed ondersteund werd door bedrijfskundig manager Gé Verbeet en de raad van bestuur. Er kwamen nieuwe pathologen en analisten en de uitsnijkamer, de centrale plek van ons lab, werd verbouwd om te voldoen aan de nieuwste standaard.
'In 2007 kregen we samen met het Radboudumc opnieuw de B-opleiding voor pathologie. Zo werd ik opleider voor de arts-assistenten (AIOS). Deze functie heb ik pas twee jaar geleden overgedragen. Het is goed en belangrijk om die opleiding op je afdeling te hebben, want de AIOS houden je kritisch en up-to-date in het vak. Dat komt de kwaliteit van de diagnostiek ten goede. Ik ben ook vele jaren actief geweest in het landelijke Concilium Pathologicum. Vanuit het Concilium heb ik vele laboratoria gevisiteerd (in de keuken gekeken).'
Ziekten steeds beter te duiden
'Vele ontwikkelingen heb ik meegemaakt op mijn vakgebied en afdeling. Denk aan de komst en de steeds verdere uitbreiding van de immuunhistochemie. Dat is een techniek waardoor cellen/weefsels en daarmee samenhangende ziektebeelden steeds beter te duiden zijn. Het betekent dat artsen behandelingen, vooral oncologische, beter en meer gericht kunnen inzetten. Zo kunnen we patiënten die voorheen waren opgegeven, nu een levensverlenging en soms kans op genezing aanbieden. Ook de komst van de moleculaire pathologie heeft geleid tot meer doelgerichte therapie van ziekten. In 2000 kwam moleculair bioloog dr. Clemens Prinsen ons lab versterken. We waren een van de eerste niet-academische laboratoria/ziekenhuizen in Nederland die zo’n bioloog in dienst namen.'
Niet alleen voor CWZ
'We doen als lab niet alleen onderzoek voor CWZ. Ook verzorgen we de diagnostiek voor de huisartsen uit de regio en organiseren we diagnostische toetsing overleggen voor de huisartsgroepen. Vele jaren verzorgden we de pathologie voor het Maasziekenhuis in Boxmeer en de longkliniek Dekkerswald. Door veranderingen in de zorg en politieke keuzes gingen deze in 2012 jammer genoeg over naar het Radboudumc. Overigens is de samenwerking met de pathologie van de ‘buren’ uitstekend en die zal in de toekomst nog intensiever worden in het kader van de oprichting van het ‘Mammacentrum Nijmegen’.'
Digitale microscopie, maar parafineblokje blijft
'Met de komst van de digitale microscopie, waarschijnlijk eind dit jaar, zullen microscopische beelden eenvoudig gedeeld en uitgewisseld worden. En kunnen we digitaal deelnemen aan regionale en landelijke panels. Zo zal ook het consulteren van andere pathologen in ons land eenvoudiger en sneller kunnen plaatsvinden. Patiënten weten dan nog eerder waar ze aan toe zijn. Ons secretariaat wordt hiermee ontlast. Echter, als aanvullende diagnostiek nodig is, zal toch het parafine-blokje met weefsel alsnog moeten worden verstuurd. Want ondanks alle veranderingen en vernieuwingen, de basis van onze diagnostiek is nog steeds onveranderd: we moeten het weefsel eerst fixeren (niet kweken!) met formaldehyde en inbedden in parafine (kaarsvet).'
Als patiënt ben je kwetsbaar
'Ik denk dat mijn eigen ervaring als patiënt in CWZ de meeste indruk op me heeft gemaakt. Als patholoog ben je ‘de dokter achter de schermen’. Wij zien of spreken geen patiënten en we zijn maar een klein deel van het reilen en zeilen van het ziekenhuis. Als patiënt heb ik ervaren hoe efficiënt en professioneel CWZ functioneert. En vooral hoe vriendelijk het personeel is. Heel fijn, want je bent toch erg kwetsbaar als je in een bed ligt, ook al kom je alleen maar voor onderzoek.'
Een nieuwe fase
Nu komt na meer dan 27 jaar CWZ de einddatum in zicht. Met de mensen op mijn afdeling C66 en vele collega’s in het ziekenhuis heb ik fijn samengewerkt. Teveel mensen om hier te op te sommen. Eén persoon wil ik wel noemen. Met veel plezier kijk ik terug op mijn samenwerking met chirurg dr. Luc Strobbe. Samen hebben wij ook veel aan research gedaan en hij was co-promotor bij mijn promotie in 2011. Een nieuwe fase in mijn leven gaat aanbreken. Maar de landing zal zacht zijn, aangezien ik in afwachting van een nieuwe collega ben gevraagd om nog drie maanden waar te nemen. Nog eventjes loop ik dus rond in CWZ.