Patiënten die in CWZ een darmkankeroperatie ondergaan, worden allemaal zo snel mogelijk klaargestoomd om naar huis te gaan. Dit lukt vaak al op de eerste of tweede dag na de operatie door intensieve begeleiding van een multidisciplinair zorgteam en monitoring met slimme software van het Enhanced Recovery After Surgery (ERAS) 2.0 programma. Het team heeft hiervoor recent met trots het Europese certificaat mogen ontvangen.
Slim meten is beter weten
‘In de slimme software van ERAS leggen we alle onderdelen die een rol spelen in het herstel van de patiënt tot in detail vast. Bijvoorbeeld of iemand al uit bed is geholpen, de juiste medicijnen tegen misselijkheid heeft gehad, direct heeft gegeten of naar de wc is geweest’, vertelt Bas Polle, gastro-enterologisch chirurg voor operaties in de buikholte, zoals de dikke darm. ‘We denken vaak dat we dat wel goed doen, maar de vernieuwde software helpt ons om dit beter inzichtelijk te maken en kritischer naar onszelf te kijken. We passen ons protocol nu nog strikter toe en weten nu nog preciezer aan welke knoppen we moeten draaien, zodat patiënten snel naar huis kunnen en beter herstellen.’
Van kop tot staart actief aanpakken
‘Dat begint al in het pre operatieve traject bij de voorlichting’, vult senior oncologieverpleegkundige Janneke Kouws aan. ‘De gastro-intestinale oncologie (GIO) verpleegkundigen bespreken dan met de patiënt hoe hij zich kan voorbereiden op de operatie. Leefstijlaspecten zoals gevarieerd eten en voldoende bewegen spelen hierin een belangrijke rol. Soms ziet de patiënt dan ook al een diëtist of fysiotherapeut. We werken met een multidisciplinair team nauw met elkaar samen. Alles is erop gericht om de patiënt zo fit mogelijk de operatie in, maar ook weer uit te krijgen. Het herstel pakken we nu namelijk veel actiever aan door een patiënt kort na de operatie bijvoorbeeld al rechtop op de rand van het bed te helpen. Ook dit wordt meteen al door de GIO-verpleegkundigen besproken. De patiënt weet zo goed waar hij aan toe is. Dat werkt prettig en geeft een gerust gevoel.’
Minimaal invasief opereren
‘We willen dat een patiënt zo snel mogelijk weer zijn dagelijkse dingen kan doen’, vervolgt Bas. ‘Dat kan ook, omdat we een darmkankeroperatie steeds vaker uitvoeren met een (Da Vinci) robot. Dat is veel minder belastend voor de patiënt ten opzichte van een klassieke buikoperatie. We zetten dan eerst 4 kleine sneetjes in de buik, waarop we de armen van de robot aansluiten. Die besturen we via een console die op de OK staat. Via beelden met zeer hoge resolutie zien we de anatomie van de darmen haarscherp in beeld. We zien zo precies waar we moeten zijn en halen de tumor met kleine instrumenten zorgvuldig weg. De ingreep en wond zijn daardoor nog kleiner. Bovendien krijgt de patiënt sinds kort na de operatie geen katheter of infuus meer. Daardoor kan de patiënt nog sneller en beter herstellen.’
Video: uitleg over de robotoperatie
Samen vertrouwen opbouwen
Janneke: ‘Als verpleegkundigen begeleiden we de patiënt al snel na de operatie bij zijn herstel. We stimuleren hem dan actief om zelf te drinken en uit bed te komen. Daarbij hebben we niet alleen oog voor de lichamelijke toestand, maar ook voor het psychische welzijn van de patiënt. Want het kan natuurlijk best spannend zijn om zo snel na de operatie alweer iets te ‘moeten’ doen. Tijdens de visite op de afdeling met de physician assistant of arts-assistent leggen we al deze verpleegkundige observaties via een puntsgewijze rapportage met ERAS-items nu ook direct vast. Zien we dat er iets niet naar wens verloopt? Dan kunnen we snel bijsturen en advies van collega’s inschakelen. Zo stemmen we voor voeding af met de roomservice en diëtist en voor beweging met de fysio-therapeut. De samenwerking binnen ons multidisciplinaire ERAS-zorgteam is heel belangrijk en waardevol om de patiënt de juiste begeleiding te bieden en samen vertrouwen op te bouwen. Dat doen we via een uniforme werkwijze, waardoor de patiënt snel wordt ontslagen en naar huis kan.’
Strikter vastleggen en sturen
‘Het strikter toepassen van ERAS speelt hierin een cruciale rol’, vult GIO-verpleegkundige Irma Nielen aan van de GIO-poli. ‘Hiervoor hebben we de afgelopen maanden allerlei gegevens van verschillende specialismen en systemen aan elkaar gekoppeld. Dat was een behoorlijke uitdaging, waarbij we goede adviezen en ondersteuning hebben gekregen van onze collega’s unit medische informatie technologie en de Santeon-collega’s in het Martini Ziekenhuis in Groningen, die hierin voorop lopen. Nu hebben we in één mooi overzichtelijk dashboard tot in detail in beeld op welke punten het goed gaat met het herstel van de patiënt en waar het beter kan. Daar kunnen we nu heel precies op sturen.’
Snel naar huis en beter herstel
‘Patiënten kunnen hierdoor vaak een dag na de operatie al naar huis. Dat vinden ze heel fijn, al schrikken sommigen er ook van. Maar thuis laten we ze echt niet meteen los. De eerste weken houden we ze digitaal goed in de gaten en onder controle via de CWZ Thuis app voor thuismonitoring na een darmoperatie. Patiënten voelen zich hierdoor meer gerustgesteld’, voegt Bas toe. ‘We willen patiënten zo snel mogelijk naar huis laten gaan, omdat het zo is dat zij thuis, in hun vertrouwde omgeving met hun dierbaren, echt beter herstellen. Het goed toepassen van ERAS door ons voegt echt waarde toe om ervoor te zorgen dat patiënten na een darmkankeroperatie snel weer de oude zijn en hun dagelijkse dingen kunnen doen. We zijn dan ook erg trots dat we recent hiervoor het Europese certificaat hebben mogen ontvangen en zijn benoemd tot ERAS Centre of Excellence.’