Je bent zwanger van je eerste kind. De kans bestaat dat je een medische indicatie krijgt en in het ziekenhuis moet bevallen. Of dat je halverwege je bevalling alsnog naar de operatiekamer moet. Je moet er dan op kunnen vertrouwen dat jij en je baby de best mogelijke zorg krijgen. De geboortezorg in Nederland is van hoog niveau. Het is dan ook verleidelijk te denken dat het goed is zo. Binnen het Samen Beter Programma Geboortezorg van Santeon werken zeven topklinische ziekenhuizen op unieke wijze samen aan het nog verder verbeteren van de geboortezorg. De focus ligt op het terugdringen van het aantal ongeplande keizersneden en totaalrupturen (inscheuring), omdat dit de waarde van de zorg voor de patiënt aanzienlijk verhoogt. Ook is er veel aandacht voor het optimaliseren van de zorg eromheen. Denk aan de juiste begeleiding bij het geven van borstvoeding en de verblijfsduur in het ziekenhuis.
Ieder jaar bevallen er in Nederland rond de 160.000 vrouwen. Een ruime meerderheid hiervan (71%) bevalt in het ziekenhuis vanwege een medische noodzaak of een verhoogd risico op complicaties. Bijna 14% hiervan bevalt in een van de zeven Santeon ziekenhuizen. De uitkomsten van deze geboortezorg wordt gezamenlijk onderzocht en geanalyseerd. Hierbij wordt uitgegaan van het Value Based Health Care (VBHC) principe: het realiseren van de beste uitkomsten voor de patiënt, tegen de laagst mogelijke kosten. Gynaecoloog en medisch leider David van der Ham van het Martini Ziekenhuis: ‘Naast de gemeenschappelijke doelen werkt ieder ziekenhuis aan haar eigen verbeterpunten, waarbij je in alle openheid moet durven leren van elkaar. Nu we de uitkomsten periodiek analyseren, is het tijd voor de volgende stap, met nog meer aandacht voor de wens van de patiënt.’
Verminderde kans op totaalruptuur
Inmiddels zijn in alle zeven ziekenhuizen succesvol verbeteringen doorgevoerd, zoals het standaardiseren van een methode om een totaalruptuur te voorkomen, oftewel grote inscheuring tijdens de bevalling. Totaalrupturen kunnen blijvende schade veroorzaken, zoals incontinentie. Om hierin stappen te zetten hebben verloskundigen, arts-assistenten en gynaecologen van de Santeon ziekenhuizen een training gevolgd die een totaalruptuur kan voorkomen. Deze hands-on training werd gegeven door een bekkenbodem gynaecoloog uit OLVG, met veel kennis over het onderwerp. Door de trainingen en structurele focus wordt de methode nu consequent in alle Santeon ziekenhuizen toegepast. Ook is de precieze uitvoering ervan verscherpt. Er is nu al een duidelijke daling zichtbaar van het percentage totaalrupturen.
Terugbrengen ongeplande keizersneden
Ook het voorkomen van ongeplande keizersneden brengt veel voordelen met zich mee: minder complicaties, een sneller herstel, een kortere opnameduur en een grotere kans op een natuurlijke bevalling bij een volgende zwangerschap. De ambitie is het percentage ongeplande keizersneden te verlagen, zonder nadelige gevolgen voor het kind. Dit is een belangrijke voorwaarde. Tot dusver hebben de uitvoerige data-analyses vooral geleid tot specifieke verbeteracties per ziekenhuis. De komende tijd werken de ziekenhuizen verder aan de data-analyses om ook tot Santeon brede verbeterinitiatieven te komen.
Samen Beter Programma Geboortezorg
Ieder half jaar worden indicatoren gemeten op het gebied van uitkomsten, kosten en processen van een vooraf bepaalde groep vrouwen: alle vrouwen die klinisch zijn bevallen in een Santeon ziekenhuis met een zwangerschapsduur vanaf 32 weken. Er is data verzameld over alle zorg die zij en hun kind tijdens de zwangerschap tot twee maanden na de bevalling ontvingen. De resultaten zijn gebundeld in de publicatie ‘Samen Beter Geboortezorg’. Maar hier stopt het niet. De ziekenhuizen blijven werken aan het doorvoeren van verbeteringen in de gehele geboortezorgketen. Gynaecoloog en medisch leider Fleurisca Korteweg van het Martini Ziekenhuis: ‘Uiteindelijk gaat het erom de best mogelijke geboortezorg te leveren. Daarom hebben we dit werk gekozen en daarom zitten we ook als Santeon bij elkaar. Zolang we ruimte zien om de uitkomsten en ervaringen van de moeder, haar partner en hun kind tijdens zwangerschap, bevalling of kraamtijd te verbeteren, hebben we de verantwoordelijkheid ons daar volledig voor in te spannen.’