Het specialisme infectieziekten in CWZ doet veel wetenschappelijk onderzoek. Dat moet ook wel, want alleen zo blijven we op de hoogte van ontwikkelingen die voor onze patiënten belangrijk zijn. Tom Sprong en Ton Dofferhoff, beide internist en infectioloog in CWZ, vertellen over recent onderzoek naar hepatitis C en antibiotica.
Eén pil per dag maakt het verschil
In Nederland hebben ongeveer 60.000 mensen hepatitis C. Deze virus infectie komt vooral voor bij mensen die in het verleden drugs hebben gespoten, vóór 1991 besmet zijn geraakt door bloedproducten en bij mannen die seks hebben met HIV geïnfecteerde mannen. Lang niet iedereen met deze infectie merkt daar iets van. Vroeger was hepatitis C lastig te behandelen. En als iemand al behandeld kon worden, dan had diegene een jaar lang enorm veel last van een ellendige behandeling. Ton Dofferhoff legt uit hoe wetenschappelijk onderzoek heeft geleid tot een betere behandeling: ‘Nu weten we dat één pil per dag, gedurende acht weken, hepatitis C kan genezen. Er bestaat ook nog zoiets als acute hepatitis C. Dit komt met name voor bij homoseksuele mannen. Recent onderzoek bevestigt niet alleen dat genezen mogelijk is. Ook de verspreiding van deze vorm kan worden tegengegaan. Dit zijn slechts twee voorbeelden van de vele manieren waarop wetenschappelijk onderzoek hét verschil maakt voor patiënten’.
Verstandig gebruik van antibiotica
Antibiotica zorgen ervoor dat infecties verdwijnen, maar het gebruik ervan vraagt ook om een duidelijk beleid. Het aandachtsveld van Tom Sprong is ‘antibiotic stewardship’: het continu bijhouden en aanscherpen van het antibioticabeleid van CWZ. Welke vorm van antibiotica geef je een patiënt bij een bepaalde aandoening? Hoe voorkom je dat een bacterie resistent wordt voor een bepaald middel? Hoe ga je om met eventuele bijwerkingen? En hoe voorkom je onnodig gebruik of onjuist gebruik van antibiotica. Allemaal zaken die we meenemen in het ‘antibiotic stewardship’ programma. Tom vertelt: ‘Een goed antibioticaprogramma vraagt om veel onderzoek naar deze punten, maar we kijken ook naar patiëntervaringen en zorgen voor heldere afstemming met de betrokken zorgprofessionals. Ton en ik maken beide deel uit van het A-team van CWZ. Dit team, met daarin ook een arts-microbioloog en een ziekenhuisapotheker, adviseert artsen en andere zorgverleners dagelijks over de keuze voor een antibioticum en verstandig gebruik ervan’.
Antibioticum op maat
‘Welk antibioticum er wordt voorgeschreven hangt af van het ziektebeeld van de patiënt, het soort infectie, hoe de patiënt besmet is geraakt en de mate van ziekzijn van de patiënt. Daarnaast zijn er verschillende manieren waarop een middel kan worden toegediend. Patiënten die via een infuus worden behandeld konden voorheen vaak niet naar huis. Voor hen is er nu een switch programma, waarmee zij kunnen overstappen op tabletten. Ook is er het IPAT programma, een intraveneuze poliklinische antibiotische therapie. Patiënten krijgen dan een antibiotica-infuus aan huis.
Ook loopt er een onderzoek naar de bijwerkingen van een veelgebruikt antibioticum dat als bijwerking het kaliumgehalte in het bloed kan verminderen. Dat willen we voorkomen, omdat een laag kaliumgehalte hartritmestoornissen kan veroorzaken. We onderzoeken welke patiënten last hebben van deze bijwerking, zodat we daar bij het toedienen van de antibiotica rekening mee kunnen houden’.
CWZ-ambitie topklinische zorg
Dit onderzoek is een voorbeeld van onze ambitie om topklinische zorg te geven. In CWZ investeren we in wetenschap, medische innovatie, opleiding en unieke expertises, waardoor we goede professionals aantrekken en behouden.