De optometrist meet hoe het zicht van Angelique is. Ook doet ze onderzoeken die de oogarts nodig heeft om de voortgang van de behandeling te kunnen bepalen. Eerst vertelt Angelique hoe het haar de laatste weken is vergaan. Daarna neemt ze plaats op een speciale stoel. De oogdruk wordt gemeten en de scherpte van het zicht wordt gecontroleerd. Vervolgens geeft de optometrist druppels om de pupillen te verwijden. Angelique ziet nu tijdelijk wazig; dat is nodig om haar netvlies goed te bestuderen.
Angelique wordt binnengeroepen bij technisch oogheelkundig assistent (TOA) Audrey van Druten. ‘We maken een scan van uw netvlies, een zogenaamde Optical Coherence Tomography (OCT),’ zegt Audrey. ‘Daarop kan de oogarts straks zien hoe het gesteld is met de macula. Leg uw kin maar het linkerkuipje. U mag naar het kruis kijken dat u ziet in het apparaat. Even niet knipperen met de ogen.’ De procedure wordt herhaald voor het andere oog en dan is de scan klaar.
Oogarts Chris Mayland Nielsen bespreekt de voortgang van de behandeling met Angelique. Hij beoordeelt daarbij de zojuist gemaakte scan van haar netvlies. ‘U krijgt om de 8 weken een injectie in uw rechteroog. Hoe gaat het nu?’ ‘Ik merk dat het aan het einde van zo’n periode weer een stukje verslechtert. Dan kijk ik de hele tijd of er geen vuil op mijn bril zit. Van het dichtmaken van bloedvaten met de laser vorig jaar heb ik echt voordeel gehad. Ik merk dat het over het algemeen beter is nu’, vertelt Angelique. Chris: ‘We begonnen met 60% zicht van het rechteroog. Nu zitten we redelijk stabiel op de 100%. Ik zie wel een verdikking bij de macula, en er zit nog een klein beetje vocht. Het is dus zaak dat er niet te veel tijd tussen de behandelingen zit.’ De oogarts bekijkt het netvlies nog eens met behulp van scherp licht en een vergrootglaasje. Hij stelt voor dat Angelique na 10 weken terugkomt voor een nieuwe laserbehandeling. Een week daarvoor moet ze een fluorescentie angiografie laten maken, een contrastfoto van het netvlies. Maar eerst krijgt ze vandaag nog een injectie.
Doktersassistente Evelyne Eijkhout geeft nieuwe patiënten voorlichting over de injectie en de nazorg. Angelique hoeft als ervaren patiënt niet meer bijgepraat te worden over de ingreep. Evelyne regelt dat Angelique dadelijk direct naar de OK kan voor de injectie. Verder maakt ze een afspraak voor de fluorescentie angiografie en geeft ze informatie over dit onderzoek. 'Heeft u nog zalf thuis?' vraagt ze. ‘Let dan goed op de houdbaarheidsdatum!’ Angelique heeft deze zalf om irritatie te voorkomen. Dit kan op de dag van de ingreep en eventueel daarna verlichting geven. ‘Let op de hygiëne bij het aanbrengen’, zegt Evelyne. ‘U heeft meer risico op infecties. Pak na elke injectie dus een nieuwe tube zalf en gooi die na een paar dagen weg.’ Vervolgens controleert ze de naam en geboortedatum. Als ze zeker weet dat ze de juiste patiënt voor zich heeft, krijgt Angelique een polsbandje met patiëntgegevens om. Daarna kan ze plaatsnemen in de wachtkamer bij de OK voor de injectie.
OK-assistente Henne den Hartog bereidt Angelique voor op de operatie in de voorbereidingsruimte. De ‘time out’-procedure start. Dit betekent dat voor de veiligheid opnieuw naar de naam en geboortedatum wordt gevraagd. Ook krijgt de patiënt bij het aangedane oog een stickertje op de wang. Henne: ‘U kent de procedure: u krijgt een haarnetje op en een jas voor over uw kleding. Houdt u even uw haar omhoog. En legt u nu uw hoofd even achterover, dan kan ik de druppelverdoving aanbrengen.’ De bril van Angelique blijft achter in een bakje in de voorbereidingsruimte. Alles gaat heel vlot. Voor ze het weet komt oogarts Suze Valen haar halen voor de injectie.
Hoewel dit haar 34ste injectie wordt, voelt Angelique wel wat zenuwen. ‘Elke arts prikt op zijn eigen manier’, vertelt ze. ‘Het resultaat is natuurlijk hetzelfde, maar als je voor het eerst geholpen wordt door een andere arts is het wel even spannend.’ Angelique ligt in de behandelstoel en krijgt een steriele doek over haar gezicht met bij het juiste oog een uitsparing. Daarna wordt er jodium aangebracht in het oog om het te ontsmetten. ‘Wat is uw naam en geboortedatum’, vraagt dokter Valen, ‘en kunt u nog eens aanwijzen in welk oog ik moet injecteren?’ Niets wordt aan het toeval overgelaten. Een OK-assistent heeft inmiddels alles voorbereid. Kalm en geroutineerd voert de arts de injectie uit. Het steriele doek wordt verwijderd en het gejodeerde gebied rondom het oog wordt schoongemaakt. In de voorbereidingsruimte gaat de OK-jas uit en het haarnetje af. Nog een laatste controle door de doktersassistent en Angelique staat al weer buiten. Alles is in een paar minuten gebeurd.
Angelique heeft de maculastraat doorlopen en mag weer naar huis. Controles zijn uitgevoerd, de voortgang is besproken met de oogarts en er is een nieuwe injectie gezet. Over 9 weken keert ze terug voor vervolgbehandelingen. De injectie is inmiddels een terugkerend ritueel dat meestal weinig tijd kost. Het ongemak is beperkt. ‘Nu voelt het even alsof ik met een vinger aan mijn oog heb gezeten, maar dat ebt in de loop van de dag weer weg. Het valt gelukkig allemaal heel erg mee. Zo’n aandoening kan je leven behoorlijk gaan beheersen. Daarom ben ik blij dat er iets aan te doen is en dat het allemaal zo efficiënt kan.’