Een groep mensen voor wie het moeilijk is om passende zorg te vinden, zijn mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats. Zij worden dagelijks geconfronteerd met een (zorg)wereld die niet op hun situatie is ingericht. Hoe slik je antibiotica als je op straat leeft? Of hoe verzorg je een wond? Situaties die straatarts Erna van der Wielen veel tegenkomt. Samen met haar collega’s van praktijk Buitenzorg zoekt ze oplossingen.
Praktijk Buitenzorg
’12 jaar geleden zijn we deze praktijk gestart’, vertelt Erna van der Wielen. ‘Omdat we zagen dat er mensen zijn die zorg nodig hebben, maar die niet krijgen omdat ze tussen wal en schip vallen. Mensen die geen zorgverzekering hebben omdat ze geen vaste woon- of verblijfplaats hebben. Dat zijn mensen die op straat slapen, maar ook mensen zonder eigen thuis die korte periodes bij anderen op de bank slapen.’
De zorg die Erna van der Wielen en haar collega’s geven, gaat - naast de gewone dingen als hoofdpijn, buikpijn, rugpijn - over andere vragen. ‘Mensen komen ook met wonden of met lopersvoeten. Als mensen de hele dag buiten lopen, geen schone sokken kunnen aantrekken of natte schoenen hebben én het regent zoveel als dit voorjaar, dan worden die voeten er niet beter op. Mensen lopen ook veel langer door met klachten, dus zijn er vaak ernstige aandoeningen. En ze hebben meer chronische aandoeningen als suikerziekte of hoge bloeddruk. Plus vaak psychiatrische problemen en verslaving, waarvoor verwijzingen nodig zijn. Daarover overleggen we met GGZ en verslavingszorg. ’
Drempel voor zorg
Naar de dokter gaan is voor hen niet zo vanzelfsprekend, legt Erna van der Wielen uit. ‘Deze mensen hebben geen vaste huisarts of ze gaan er niet heen omdat ze zich schamen om in de wachtkamer te zitten. Ze zijn anders dan de andere patiënten. Bovendien moeten ze bellen om een afspraak te maken en zich vervolgens aan die afspraak houden. Dat zijn zo al 4 tot 5 drempels. Wij vinden huisartsenzorg laagdrempelig, maar voor deze groep is dat niet zo.’ Het is een groep die groeit, ziet ze. ‘3 tot 4 jaar geleden waren er in Nijmegen zo’n 40 mensen die buiten slapen en 400 thuislozen. Nu weten we dat er zeker 100 mensen buiten slapen en er 800 tot 900 thuisloos zijn. Ongelofelijk eigenlijk, dat in Nijmegen 100 mensen elke dag buiten slapen. Veel daarvan zijn Oost-Europese arbeidsmigranten, die zodra ze hun baan verliezen ook hun huis en zorgverzekering kwijtraken en ook niet meer terug naar huis kunnen of willen. Zij hebben geen onderdak en dan grijpen mensen al gauw naar drank of drugs. Maar het zijn ook autochtone Nederlanders, die het in onze gecompliceerde maatschappij niet meer spits krijgen. We vragen steeds meer gezondheidsvaardigheden van mensen. Niet iedereen heeft die en kan met ICT overweg of ingewikkelde formulieren invullen.’
Spreekuur
De straatartsen houden twee keer in de week spreekuur bij de dagopvang van Iris Zorg en de nachtopvang van NUNN. Op beide plekken kunnen ze zorg en begeleiding krijgen, een kop koffie en een tosti, een douche en schone kleren. Daarnaast gaat straatzuster Wendy Broeren vanuit de GGD op pad naar de mensen die buiten slapen of tijdelijk onderdak hebben en waar iets mee is. ‘Zij zorgt dat mensen bij ons op het spreekuur komen.’ Dat is een eerste stap, want in ons huidige zorg- en welzijnssysteem is voor deze groep eigenlijk geen plek. ‘Voor vervolgzorg is een verwijzing nodig en financiering’, gaat Erna van der Wielen verder. ‘Gelukkig lukt dat bij de ziekenhuizen steeds beter, omdat zij de zorgkosten kunnen terugvragen bij het CAK. Maar voor verslavingszorg of GGZ zijn lange wachtlijsten, waarbij deze groep niet direct bovenaan staat.’ Arbeidsmigranten die geen papieren hebben, hebben helemaal nergens recht op. ‘Ze mogen niet eens naar binnen bij de nachtopvang’, zegt ze. ‘Wat doe je dan? Die vraag komen wij ook tegen.’
Maak contact
Een echte oplossing begint met een passend dak boven het hoofd. ‘Als je elke dag bezig bent met de vraag waar je vannacht gaat slapen, is er geen ruimte om te stoppen met drinken’, zegt Erna van der Wielen. ‘Eerst een dak, dan pas de rest.’ Vaak hebben deze mensen al een geschiedenis van hulp die - hoe goed bedoeld - niet altijd even passend is. ‘Dat maakt wantrouwend en daarom is het belangrijk om een vertrouwensband op te bouwen’, vervolgt ze.
‘Kom je een dak- en thuisloze tegen in je werk, zie deze dan als mens en maak menselijk contact. Elke mens wil gezien worden. Spreek deze persoon aan als mens en behandel hem of haar als mens. Zorg voor passende zorg. Voor deze mensen zelf is het natuurlijk fijn als ze goede zorg krijgen, maar ook voor de maatschappij als geheel. Ze worden vaak als overlastgevers gezien. Maar als je goed zorgt voor deze mensen, dan is de maatschappij er ook mee geholpen. Laten we daarom laagdrempelig zijn. En als iemand uit het ziekenhuis wordt ontslagen of je zoekt vanuit een andere rol passende zorg en je weet niet precies hoe, neem dan contact op met het CTMO (Centraal toegang maatschappelijke opvang). Zij kunnen meedenken over wat er mogelijk is. Verder is er ook Bureau Bijzondere Zorg, met wie je kunt overleggen.’
Intussen zoeken Erna van der Wielen en haar collega’s steeds weer net wat andere manieren om de zorg te geven. ‘Wij geven geen antibiotica die je 3 keer per dag moet nemen, maar 1 keer per dag bijvoorbeeld.’
Foto boven: Pixabay
Foto's in tekst: Erna van der Wielen